Dag 16 - De Nakba, Lifta
Tussen het afronden van de middelbare school en het beginnen van mijn studie heb ik een tussenjaar genomen. Voor de eerste keer ben ik in mijn eentje naar Palestina geweest op 17-jarige leeftijd. Om nieuwe mensen te leren kennen, besloot ik aan de slag te gaan als barista in het Singer Café. Kristel, een Nederlandse wonend in Palestina, was eigenaresse. Daarnaast is ze een steengoede tour guide en podcast host. Samen met haar heb ik voor de eerste keer olijven geplukt en misschienwel de oudste olijfboom ter wereld mogen oogsten. Daarvoor en voor nog veel meer ben ik haar ontzettend dankbaar.
Ook nam ze me samen met een groep mee naar Lifta, een verlaten Palestijns dorp dichtbij Jeruzalem. Op vakantie is het bezoeken van ruïnes uit de oudheid een van mijn favoriete bezigheden. Die plekken ademen historie. Maar dit bezoek was anders. Nog geen honderd jaar geleden was Lifta een springlevende stad van 2.500 bewoners. Ten tijde van de Nakba is de inheemse bevolking etnisch gezuiverd. Begin december 1947 richtte een joodse militie met machinegeweren een bloedbad aan in een café waarbij zeven Palestijnen zijn gedood. De inwoners van Lifta bleven zich in de maanden die volgden verzetten, maar uiteindelijk vluchtten zij op zoek naar veiligheid. Nu is er niemand meer. Lifta is verlaten en door de gaten die in de daken zijn geboord, brokkelen de overgebleven huizen ieder jaar verder af.
De familie van een vriend van mij vluchtte uit Lifta in 1948. Hieronder schrijft hij over het dorp van zijn familie.
Ik ben Ibrahim, geboren in Amsterdam. Ik heb in Nederland de basisschool kunnen afronden, waarna mijn familie besloot naar Jordanië te verhuizen. Ik heb daar zelf school kunnen afronden. Daarna heb ik de WO Bachelor Lucht en ruimtevaarttechniek in 2017 gevolgd. Direct na mijn afstuderen heb ik besloten om terug naar Nederland te verhuizen. Nu werk ik als mechanical engineer in Nederland voor de Nederlandse Spoorwegen.
Ik kom oorspronkelijk uit Lifta. Mijn opa en zijn familieleden zijn in 1948 verdreven uit dit mooie dorpje dat 5 kilometer ten noordwesten ligt van Al-Quds (Jerusalem). De gemeente van Lifta strekt zich uit tot aan de deuren van het oude stad van Al-Quds (Jerusalem) en grenst verder aan Shuafat, Deir Yassin, Qalouniya en Beit Iksa. Lifta was en is nog steeds bekend om haar natuurlijke gebieden en waterbronnen. Omdat het dorpje rijk was aan water, stonden de bewoners van het dorp bekend om het bedrijven van landbouw en hun prachtige olijfbomen. De bewoners van het dorp waren welvarend, iedereen leefde een mooie leven.
Door de strategische ligging van Lifta was het een van de eerste dorpen die in 1948 werden aangevallen door de Haganah. Een aantal cafés werd aangevallen waar velen werden neergeschoten. Er ontstond paniek in het dorp waar alleen maar boeren leefden. Ze hadden geen wapens en konden zichzelf niet verdedigen. Mannen, vrouwen en kinderen, er werd geen uitzondering gemaakt. Door het toegenomen geweld zijn mensen geforceerd te vluchten om hun eigen leven te reden. Mijn opa was nog maar 17 jaar toen hij naar Amman vluchtte. De inwoners van Lifta zijn naar verschillende plekken uitgeweken. Sommige families uit het dorp leven nu in Al-Quds, Ramallah of Amman. De meeste van mijn familieleden zijn momenteel in Amman en anderen zijn verspreid over verschillende landen zoals de Verenigde Staten, Europa en de Arabische Golfstaten. Ik ben zelf in Nederland beland.
Nu is Lifta verlaten en is er niemand meer over. Iedereen heeft hun sleutels meegenomen in de hoop na een paar dagen terug te keren naar waar ze vandaan kwamen. Na 76 jaar is dit nog steeds niet het geval. Vandaag is Lifta een afgelegen plek waar Israël luxe resorts en gebouwencomplexen probeert te bouwen. Gelukkig is dat tot de dag van vandaag niet gelukt, omdat de huizen officieel nog onze eigendomen zijn. Of dit lang nog zo zal blijven, is niet zeker.
Ik heb veel verhalen gehoord over hoe mooi Lifta was en hoe gelukkig en goed de bevolking er leefde. Hoe dichtbij Al-Quds en de heilige Moskee Al-Aqsa waren. De belangrijkste moskee voor moslims na die in Mekka en Medina. Ook hoorde ik minder leuke verhalen. Hoe mensen tijdens de Nakba werden neergeschoten, levend werden verbrand en afgeslacht. Nooit meer kan ik de verhalen van mijn oma vergeten. Zoals hoe de Haganah een weddenschap plaatsten op zwangere Palestijnse vrouwen of zij een jongen of een meisje in hun buik hadden. Daarna werd de buik opengesneden om te kijken wie er gelijk had. De trauma’s die mijn grootvaders en moeders kregen, werden doorgegeven aan hun kinderen en kleinkinderen. Wij hebben geen huizen of grondstukken geërfd, alleen maar trauma’s waar we mee moeten leren leven.
Tot de dag van vandaag heb ik Lifta zelf nog nooit bezocht. Het doet zeer om te zien dat alles wat ooit van je familie en volk was met leed en bloed is afgepakt. Het enige wat je erbij voelt is hartzeer. De gevoelens die ik voor Lifta heb, zijn niet veel anders dan voor de rest van Palestina. Het doet pijn te weten dat je niet terug kan keren naar je land van oorsprong.
Voor mij is het belangrijk om onze identiteit hoog te houden. Ik werd door mijn ouders opgevoed om Lifta niet te vergeten en hopelijk kan ik op een dag terugkeren. Er worden veel initiatieven georganiseerd onder de naam van Lifta. Zo hebben we een grote Diwan (een plek waar families en clans zich verzamelen) in Amman. Ik heb gehoord dat er ook een in Ramallah bestaat. Door zulke initiatieven blijft er een gevoel van verbondenheid tussen de bewoners die oorspronkelijk uit Lifta komen. We vieren onze feesten en troosten elkaars verdriet nog steeds samen. Voor nu onze Diwan, maar hopelijk ooit weer in Lifta.
Veel liefs en tot snel,
Rona